Het goedkoper worden van de vluchten heeft onder meer te maken met de daling van de brandstofprijzen (-3,9 procent). Bovendien is tussen 2005 en 2011 ook de brandstof-efficiëntie toegenomen met 11 procent, zo blijkt ook uit de cijfers van IATA. Desondanks werd vorig jaar door alle luchtvaartmaatschappijen samen nog altijd 210 miljard dollar (157 miljard euro) uitgegeven aan brandstof.

Nog volgens de luchtvaartorganisatie maakten vorig jaar ruim 3,1 miljard passagiers gebruik van de lagere prijzen, waardoor het personenvervoer via de lucht met 5,1 procent groeide. Luchtvaartmaatschappijen vervoerden daarnaast via hun bijna 100.000 dagelijkse vluchten ook 1,8 procent meer vracht dan een jaar eerder. Die bescheiden stijging betekent wel een ommekeer in vergelijking met het verlies van 1,1 procent een jaar eerder.

De Verenigde Staten vormden onveranderd de grootste luchtvaartmarkt ter wereld. De Amerikaanse maatschappijen Delta Air Lines (102,6 miljoen) en Southwest Airlines (115,3 miljoen) vervoerden de meeste mensen. China Southern Airlines is het enige niet-Amerikaanse bedrijf in de top vijf.

De drukste internationale lijn was die tussen Hongkong en Taiwan (4,9 miljoen passagiers), gevolgd door Dublin-Londen en Jakarta-Singapore. Met 9,6 miljoen passagiers was de verbinding tussen Jeju en Seoel in Zuid-Korea de meest gebruikte binnenlandse vlucht.